
Europa en de Dertigjarige Oorlog
27 april 2024 - 12 januari 2025
Gratis toegang. Geen reservering vooraf nodig voor individuen of groepen tot 10 personen.
Rondleidingen
Rondleidingen over de tentoonstelling Bellum et Artes zijn beschikbaar voor een algemeen publiek in het Engels, Frans, Nederlands en Duits. De rondleidingen richten zich op het beoordelen van de Dertigjarige Oorlog door de lens van verschillende soorten kunst, met behulp van een "actieve participatie" methode, gebaseerd op Visible Thinking Routines.
- Duur: 60 minuten
- Groep: 10 - 15 personen
- Boekingstijd: een maand van tevoren
Overzicht
De nieuwe internationale tentoonstelling gaat over de rol van de kunsten tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Onder de naam Bellum et Artes (oorlog en kunst) ontrafelt de tentoonstelling de complexe wisselwerking tussen conflict en artistieke expressie.
Bellum et Artes verkent een vroeg grootschalig conflict in Europa aan de hand van het strategische gebruik van kunst door de strijdende partijen als militair propagandamiddel en om hun macht te benadrukken. Daarnaasttoont de tentoonstelling ook de impact van kunstwerken als "ambassadeurs van de vrede". In de interactieve elementen van de tentoonstelling wordt er dieper ingegaan op de migratie van kunstenaars en de verplaatsing van kunstschatten tijdens deze periode. Bellum et Artes gaat dieper in op de strijd voor vrede, waarbij politieke schema's en het ontstaan van juridische en politieke principes belicht worden die vandaag de dag nog steeds relevant zijn.
De tentoonstelling loopt tot begin 2025 en gaat gepaard met evenementen rond het thema "Oorlog en kunst" - zoals rondleidingen en filmvertoningen - die het begrip van bezoekers over de eerste pan-Europese oorlog en de betekenis van dit onderwerp voor onze tijd verrijken.
Bellum et Artes is een Europa-breed onderzoeksproject waarbij verschillendeinstellingen uit zeven landen betrokken zijn, gecoördineerd door het Leibniz Instituut voor de Geschiedenis en Cultuur van Oost-Europa en de Staatliche Kunstsammlungen Dresden De tentoonstelling in Brussel is samengesteld in samenwerking met het House of European History team en belicht de belangrijkste resultaten en bevindingen van deze internationale samenwerking.
De tentoonstelling
De conflicten tijdens de Dertigjarige Oorlog hadden een grote invloed op Europa en hebben littekens op het continent achtergelaten. De Boheemse Opstand van 1618 ontketende een langdurige oorlog tot 1648, waarbij verschillende gevechten - aangewakkerd door machtsstrijd enreligieuze spanningen - verweven raakten met politieke landschappen in alle regio's.
Interviews met partners
We vroegen curatoren, partners en medewerkers aan Bellum et Artes in het Huis van de Europese Geschiedenis om een belangrijk object uit de tentoonstelling te bespreken.
De actoren van de oorlog en de rol van de kunst
Europese vorstenhuizen, verbonden door ingewikkelde familiebanden, maakten gebruik van politieke en religieuze allianties om hun erfenis op te eisen. Deze dynastieën hanteerden niet alleen wapens, maar voerden ook artistieke diplomatie, waarbij ze waardevolle kunstwerken gebruikten als symbolen van macht en diplomatieke gebaren. Ondanks de oorlog werden er aanzienlijke investeringen gedaan in kunst, wat de rol van gerichte imagocampagnes benadrukt om het prestige en de steun voor Europese koninklijke hoven te vergroten. De actoren in de oorlog waren de leidende dynastieën die over Europese staten regeerden, zoals Spanje, Frankrijk, Denemarken en Zweden, en ze vertegenwoordigden de machtigste huizen in het Heilige Roomse Rijk.
Johannes Wundes de Jonge (Klingen) (actief circa 1590– circa 1630), Clemens Einhorn (dolk)
Sierwapens van keurvorst Johan George I van Sachsen
Degen en dolk, Duits, vóór 1640. Rüstkammer, Staatliche Kunstsammlungen Dresden, Duitsland

Hoe werkt oorlog?
Bij het voeren van een oorlog gaven vorsten en staten de organisatie ervan in handen van particuliere militaire ondernemingen. Deze waren deskundig op militair gebied en maakten van oorlog een bedrijf door huurlingen in te huren en de campagne te leiden. Het uitrusten en onderhouden van een leger was echter extreem duur, dus het afpersen van bijdragen was onvermijdelijk, maar legde een zware last op de bevolking. Veel troepen waren slecht gedisciplineerd en plunderden dorpen en steden, waarbij ze bevelen en de staat van beleg negeerden.
Oorlogskas; verstevigd en voorzien van een ingenieus sluitingsmechanismeEikenhout, ijzerbeslag
Rüstkammer, Staatliche Kunstsammlungen Dresden, Duitsland

De verschrikkingen van de oorlog
De Dertigjarige Oorlog ging gepaard met een ongeëvenaard verlies aan mensenlevens en verwoestingen, en vestigde daarmee een traumatische periode in de Europese geschiedenis. Ongeveer een derde van de bevolking van het Heilige Roomse Rijk bezweek aan geweld, honger en ziekte. Het lijden van de burgerbevolking werd verergerd door gewelddadige aanvallen, verkrachtingen en plunderingen door zowel vijandelijke als geallieerde troepen. Kunstenaars, puttend uit hun eigen oorlogservaringen, beeldden deze wreedheden uit in hun werken, waarbij ze de gruwel opzettelijk contrasteerden met esthetische aantrekkingskracht, wat weerklank heeft gevonden bij hedendaagse verzamelaars.
Daniel Hubatka, voormalig soldaat, Documentatie van oorlogsverwondingen, 1655, Sächsisches Staatsarchiv - Hauptstaatsarchiv Dresden

Oorlog in de media
De oorlog, die als een Europese gebeurtenis werd gezien, veroorzaakte een hausse in de media met een wijdverspreide verspreiding van gedrukt nieuws, waaronder kranten en pamfletten. Beide partijen gebruikten deze materialen voor propaganda, waardoor de media een secundair slagveld werden voor scherpe satire en de verspreiding van 'nepnieuws'.
Simon van de Passe (?), “Het grote Europese oorlogsballet”
Noordelijke Nederlanden, 1632, Rijksmuseum, Amsterdam, Nederland

Kunst en kunstenaars in de oorlog
Tijdens de oorlog werden vooral cultuurgoederen bedreigd. Koninklijke heersers waren zich bewust van het belang van kunstschatten. Er vonden onder andere plunderingen plaats bij de veroveringen van Heidelberg (1622), Mantua (1630), Mainz (1631), München (1632), Stuttgart (1634/35) en ten slotte Praag (1648). De overwinnaars namen kunstwerken en boeken in bezit, voegden ze toe aan hun eigen collecties of schonken ze in ruil voor gunsten. Gezien de achtergrond en bewogen geschiedenis kan geroofde kunst uit die periode beschouwd worden als een belangrijk onderdeel van het gemeenschappelijk cultureel erfgoed van Europa.
Domenico Fetti (1589-1623), David met het hoofd van Goliath, 1614/1615, Gemäldegalerie Alte Meister, Staatliche Kunstsammlungen Dresden, Duitsland

Op weg naar vrede
De inspanningen voor vrede na het conflict van 1618 haperden aanvankelijk tot de Vrede van Westfalen van 1648. Juristen hadden de basis gelegd voor het moderne internationale recht, door het recht om oorlog te voeren te beperken tot soevereine staten. Diplomaten speelden als juristen een sleutelrol bij het vormgeven van vredesonderhandelingen. De Vrede van Westfalen reorganiseerde het Heilige Roomse Rijk en verleende soevereiniteit aan Nederland en Zwitserland. Ondanks het feit dat vrede in Europa ongrijpbaar bleef, bleven de vredesdoelstellingen bestaan. Het Uitvoeringscongres van Neurenberg in 1649-1650 consolideerde de aanvankelijk broze vrede door te zorgen voor de demobilisatie van de troepen, wat resulteerde in een feestelijk feest dat het einde van de oorlog markeerde.
Ratificering van het Vredesverdrag van Osnabrück door koningin Christina van Zweden, Stockholm, 18 november 1648, Sächsisches Staatsarchiv – Hauptstaatsarchiv Dresden, Duitsland

Europa na 1648: oorlog en vrede
Ondanks de Vrede van Westfalen in 1648 kwam er geen duurzame vrede in Europa. Oorlogen, militarisering en koloniale expansie gingen door, wat tot verwoestende conflicten leidde. Inspanningen voor universele vrede door initiatieven zoals de Haagse Conventies en de Volkenbond werden ondermijnd door de twee Wereldoorlogen. Hoewel de Europese Unie sinds de Tweede Wereldoorlog heeft voorkomen dat lidstaten oorlog tegen elkaar voeren, blijft de dreiging van conflicten in Europa bestaan, terwijl ze voortdurend wordt veroordeeld als middel om politieke doelen te bereiken.
Martin John Callanan (geb. 1982), Oorlogen tijdens mijn leven (1982–2012), Met vriendelijke toestemming van de kunstenaar

Partnerinstellingen

