Skip to main content
US Politics, Joe Biden and European History

Amerikaanse politiek, Joe Biden en de Europese geschiedenis

Joe Biden, de huidige president van Amerika, legde in januari 2021 de eed af. Ruim vijf jaar geleden was hij voor het laatst op bezoek bij het Europees Parlement. We vroegen het team van het Huis van de Europese geschiedenis in welke mate beide gebeurtenissen invloed hebben gehad op de Europese geschiedenis ...

In zijn toespraak van 2010 voor het Europees Parlement had de toekomstige president het over de hechte banden tussen de VS en de EU. Hoe wordt deze verhouding belicht in de permanente tentoonstelling van het Huis van de Europese geschiedenis?

In 2010 begon toenmalig vicepresident Joseph R. Biden zijn speech voor het Europees Parlement met een citaat van de Ierse dichter en Nobelprijswinnaar W.B. Yeats. Het ging om enkele regels uit Easter 1916: “all (is) changed, changed utterly, a terrible beauty is born” (Zij zijn allen veranderd, voorgoed/Een verschrikkelijke schoonheid breekt aan). Yeats schreef dit gedicht na de Paasopstand van 1916 in Dublin. Hij beschrijft hoe een historisch evenement het politieke landschap bij wijze van spreken in een oogwenk onherroepelijk kan veranderen.

Op het moment van Joe Bidens redevoering, in 2010, waren de gevolgen van de kredietcrisis van enkele jaren eerder nog altijd wereldwijd voelbaar en was er amper tien jaar verstreken sinds de terroristische aanslagen op 11 september 2001. Op dat ogenblik stonden de betrekkingen tussen de VS en Europa volgens Joe Biden op de drempel van een omwenteling. Interessant is dan ook dat de vicepresident in zijn toespraak uitgebreid verwees naar historische gebeurtenissen en de weerklank hiervan, en beschreef hoe een gemeenschappelijk erfgoed en gedeelde waarden de relatie tussen Europa en de Verenigde Staten op zulke momenten van verandering hebben vormgegeven. Biden sloot zijn rede af met de nadrukkelijke stelling – die bijzonder in de smaak viel bij zijn publiek – dat Europa evenzeer behoefte heeft aan een internationaal geëngageerd Amerika als Amerika aan een sterk en verenigd Europa.

In het Huis van de Europese geschiedenis verkennen we verscheidene doorslaggevende historische gebeurtenissen in de betrekkingen tussen de VS en Europa aan de hand van voorwerpen, afbeeldingen en multimediaal materiaal. Een van de vroegste voorbeelden in de permanente tentoonstelling is de impact van de Amerikaanse Revolutie van 1776, die zelf ontsprong aan het gedachtegoed van Europese verlichte schrijvers en denkers, op de revoluties in Europa en in het bijzonder de Franse Revolutie van 1789. We belichten ook de massale emigratie van Europeanen naar Noord-Amerika in de 19e eeuw, die aan beide zijden van de Atlantische Oceaan blijvende gevolgen had en waarnaar Biden in zijn toespraak van 2010 verwijst. Wat de 20e eeuw betreft, gaat de tentoonstelling in op de belangrijkste gevolgen van het Amerikaanse optreden in een door oorlog verscheurd Europa. De VS mengden zich in de Eerste Wereldoorlog in 1917 en droegen bij tot de vormgeving van de daaropvolgende internationale wereldorde door middel van het Verdrag van Versailles. Ook de beslissende tussenkomst van de VS in de Tweede Wereldoorlog komt aan bod, net als hun rol bij de wederopbouw van Europa en het proces van Europese integratie.

Wanneer we de moed hebben om problematische voorvallen in onze gedeelde geschiedenis niet langer dood te zwijgen, kan onze interpretatie van het verleden evenwel snel evolueren. Dat is in 2020 heel duidelijk geworden, met name in de VS. Geschiedenis is nooit af. Zo vormt de trans-Atlantische slavenhandel van de 17e tot de 19e eeuw een punt van interactie tussen Europa, Afrika en de toekomstige Verenigde Staten. Dat het om betrekkingen van traumatische en schandelijke aard ging, betekent niet dat musea en historici ze uit de weg mogen gaan.

In het Huis van de Europese geschiedenis worden de doorslaggevende rol van slavernij in de Europese geschiedenis en het belang ervan tot op heden onder de aandacht gebracht in het inleidende gedeelte van de permanente tentoonstelling, dat gaat over de grondvesten van het Europees erfgoed. De dynamische verhouding tussen de Verenigde Staten en Europa, zowel in goede als in slechte zin, vormt een essentieel onderdeel van de Europese geschiedenis. Deze verhouding evolueert voortdurend, maar zal ongetwijfeld een rode draad blijven in het Huis van de Europese geschiedenis.

Joe Biden, de huidige Amerikaanse president, bracht in 2015 voor de tweede keer een bezoek aan het Europees Parlement. Op dat ogenblik was hij vicepresident van de Verenigde Staten. Gebeurt het vaak dat vooraanstaande politici de instellingen van de Europese Unie bezoeken? Waarom doen ze dat en op welke terreinen voor samenwerking richten ze zich vooral?

De betrekkingen tussen de VS en Europa dateren om voor de hand liggende historische redenen van voor de Eerste Wereldoorlog. Na WO I wonnen ze evenwel aan diepte, op tal van gebieden: diplomatiek, cultureel, economisch, militair, sociaal, wetgevend enz. Sinds de oprichting van de Europese Gemeenschappen is de rol van de EU op die gebieden ten aanzien van de VS en de internationale gemeenschap steeds belangrijker geworden, en zijn de Europese instellingen uitgegroeid tot de voornaamste Europese gesprekspartner van de VS.

Sinds 1995 hebben er 29 topontmoetingen tussen de EU en de VS plaatsgevonden. Hierbij discussieerden en onderhandelden beide partijen over tal van onderwerpen, onder meer over toltarieven, privacywetgeving, visumwederkerigheid en internationale overeenkomsten zoals de atoomdeal met Iran. In de context van deze nauwe verhouding komen vooraanstaande Amerikaanse politici geregeld over de vloer bij de EU-instellingen: vicepresident Biden in 2015 en vicepresident Pence in 2017 bijvoorbeeld, maar ook ministers van Buitenlandse Zaken en afgevaardigden van de Senaat en het Congres van de VS.

Professor Timothy Snyder werd onlangs door het Huis van de Europese geschiedenis uitgenodigd om een openbare lezing te geven over wat we uit rampen uit het verleden kunnen leren voor de toekomst. Wat vertellen de contacten en de samenwerking met hedendaagse Amerikaanse geschiedkundigen, en hun werk zelf, ons over de gedeelde geschiedenis van de VS en Europa? Welke nieuwe perspectieven kunnen hieruit voortkomen?

In zijn onlinelezing voor het Huis van de Europese geschiedenis en bij andere gelegenheden, zoals tijdens zijn toespraak in Wenen op de Dag van Europa in 2019, stelt professor Snyder dat Amerikaanse historici die de Europese geschiedenis bestuderen, een positie van “observerende buitenstaander” innemen. Dat betekent dat zijn blik en die van andere Amerikaanse academici op de manier waarop Europa zijn verleden interpreteert en memoreert, kritisch van aard is, in objectieve en constructieve zin. De boodschap van Snyder aan Europa is duidelijk, en houdt zowel lof als een waarschuwing in: “Europa is meer dan zijn mythen”, zei hij in 2019.

Europa verdedigt waarden zoals openheid, democratie en internationaal optreden om verschillen te overbruggen, en is daarmee een baken van hoop voor de wereld. Volgens Snyder kan deze hoop echter alleen werkelijkheid worden als de Europeanen kiezen voor een objectieve en gemeenschappelijke geschiedenis in plaats van flatterende maar vaak verdeeldheid zaaiende historische mythen. Dit is eveneens het standpunt van een collega van Snyder aan de universiteit van Yale, professor Jay Winter. Ook hij is komen spreken voor het Huis van de Europese geschiedenis – in november 2019, voordat de COVID-19-pandemie uitbrak. Snyder en Winter bieden net als tal van andere Amerikaanse geschiedkundigen unieke inzichten in het verleden van Europa, die van grote invloed zijn geweest op de werkzaamheden van het Huis van de Europese geschiedenis, zowel voor als na de opening van het Huis. Beide lezingen vonden plaats tegen het eind van de ambtstermijn van president Trump. Het kan dan ook interessant worden te zien welke houding Amerikaanse en Europese historici in de toekomst zullen innemen ten aanzien van de komende politieke veranderingen. Een van de zeldzame positieve kanten van de COVID-19-crisis is de overschakeling van live naar online-evenementen: hierdoor kunnen we niet alleen een bredere waaier aan internationale sprekers uitnodigen, maar bereiken we ook een internationaal publiek, uit de VS en daarbuiten.

Werkt het Huis van de Europese geschiedenis samen met Amerikaanse musea om de historische raakpunten tussen de Verenigde Staten en Europa zichtbaar te maken?

Heel concreet zou het Huis van de Europese geschiedenis zonder trans-Atlantische verbindingen niet bestaan. Het gebouw waarin het museum momenteel is gevestigd, ons Huis, maakte namelijk oorspronkelijk deel uit van een netwerk van openbare tandheelkundige klinieken in heel Europa, opgericht door de Amerikaanse filantroop George Eastman, die ook de oprichter was van het bedrijf Kodak en de uitvinder van de fotorol. Toen we ons helemaal in het begin bogen over de geschiedenis van het gebouw en probeerden te bedenken hoe we die geschiedenis konden opnemen in onze permanente tentoonstelling, hebben we contact opgenomen met het George Eastman House, in het noorden van de provincie New York.

Een andere belangrijke Amerikaanse partner voor het Huis van de Europese geschiedenis was het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM) in Washington DC. We hebben kunnen kennismaken en overleggen met leidinggevende medewerkers van het museum, en sinds de opening van het Huis van de Europese geschiedenis in 2017 omvat onze permanente tentoonstelling heel wat foto’s en voorwerpen uit de collectie van het USHMM. Onze collega’s van het Parlamentarium hebben begin 2018 trouwens de eer gehad een tijdelijke tentoonstelling van dit museum te ontvangen: State of Deception: The Power of Nazi Propaganda (Staat van bedrog: de kracht van nazipropaganda).

Er zijn echter ook een aantal instanties waarmee we helaas niet hebben kunnen samenwerken. Zo wilden we voor onze permanente tentoonstelling heel graag de handen ineenslaan met het National Museum of Emigration op Ellis Island, in de haven van New York, maar hun opslagruimten waren in 2012 tijdens de door de orkaan Sandy veroorzaakte overstromingen ernstig beschadigd en ontoegankelijk geworden. Internationale bruiklening was dus helaas onmogelijk. We houden het museum evenwel in gedachten voor toekomstige projecten, aangezien het een gedenkplaats bij uitstek is voor wat het contact tussen Europa en Noord-Amerika betreft.

Ook in onze tijdelijke tentoonstellingen wordt aandacht besteed aan de invloed van de VS in Europa. In 2019/2020 liep bijvoorbeeld de tentoonstelling Restless Youth, Growing Up in Europe 1945 to Now. Hierin toonden we hoe belangrijk de Amerikaanse cultuur en dan vooral de jongerencultuur was in het leven van jonge Europeanen na de Tweede Wereldoorlog, en hoe deze cultuur symbool stond voor idealen van individuele vrijheid die de politieke scheidslijnen in Europa overstegen. De titel van de tentoonstelling zelf, Restless Youth, kwam uit een verslag van de CIA aan president Lyndon Johnson over de golf van internationale jongerenprotesten in 1968.

In de permanente tentoonstelling komen meerdere Amerikaanse presidenten aan bod, voornamelijk wegens hun rol bij het vormgeven van de internationale orde na ingrijpende historische omwentelingen en conflicten. Dit was het geval van president Woodrow Wilson na de Eerste Wereldoorlog, Franklin Delano Roosevelt na de Tweede Wereldoorlog, en George H.W. Bush na de val van de Berlijnse Muur en de ineenstorting van het communisme. Vicepresident Richard Nixon maakt zijn opwachting in het befaamde “keukendebat” uit 1959 in Moskou. Hierin ging hij een rechtstreekse confrontatie aan met de eerste minister van de Sovjet-Unie, Nikita Chroesjtsjov, en verdedigde hij voor de ogen van een internationaal televisiepubliek de waarden van het Amerikaanse kapitalisme.

Gezien de ernstige problemen waarmee de wereld momenteel wordt geconfronteerd, zoals de klimaatverandering, de opkomst van politieke verdeeldheid en extremisme en de gevolgen van de COVID-19-pandemie, lijkt het erop dat Joe Biden in 2010 gelijk had toen hij stelde dat de betrekkingen tussen Europa en de Verenigde Staten op een tweesprong stonden. Over twintig jaar zullen het optreden en de besluiten van de huidige en toekomstige Amerikaanse presidenten ongetwijfeld in talrijke permanente en tijdelijke museumtentoonstellingen worden belicht en toegelicht. Laten we hopen, in ons aller belang, dat het oordeel van de geschiedenis gunstig uitvalt.

Foto: © Europese Unie 2012 - EP