Skip to main content
bully-treaty_1200n

Wist u dat de Latijnse en Orthodoxe Kerken ooit officieel besloten om zich te verenigen?

De originele versie van het "Verdrag van de Unie" uit 1439 is tot 1 maart 2018 te bezichtigen in het Huis van de Europese Geschiedenis.

Alle toeristen die Florence bezoeken, ontdekken prachtige gebouwen en kunstwerken uit de 15e eeuw. Maar weinigen weten dat de ontwikkeling van de renaissancekunst werd beïnvloed door een moment van intense multilaterale onderhandelingen: het Oecumenisch Concilie van Florence. Het doel van de Concilies van Ferrara en Florence was om een hereniging tot stand te brengen tussen de westerse en oosterse takken van de christelijke kerk, die in 1054 uit elkaar waren gegaan.

Het Concilie bracht de Oost-Romeinse keizer, de patriarch van Constantinopel, vertegenwoordigers van de patriarchale zetels van Antiochië, Alexandrië en Jeruzalem, een Griekse delegatie van 700 mensen, prelaten, doctors in de theologie, meesters en vertegenwoordigers van kapittels, monniken en klerken van lagere orden naar Florence. Paus Eugene IV zat voor. Het Concilie was een buitengewone gelegenheid voor uitwisseling tussen Westerse Humanisten en Byzantijnse intellectuelen. Omdat de debaters op het Concilie oude autoriteiten gebruikten voor hun debatten, werden honderden Griekse codices naar Florence gebracht en vertaald. De debatten zorgden voor fascinerende ontwikkelingen in het humanisme, de filosofie en de cultuur. Er was al eerder een voortdurende dialoog geweest, maar het intense contact tijdens het concilie zorgde voor een toename in de uitwisseling van ideeën, geschriften en kunst. Er ontstond een nieuwe interesse in vroege geschriften in het Grieks. Kritische geschriften van beide kanten over de fouten van de ander werden vergeleken en besproken. Een groot aantal Byzantijnse kunstwerken vonden hun weg naar Italië, en iconen werden in het Westen vereerd.

De discussies draaiden om centrale geloofskwesties die beide kerken van elkaar onderscheidden, zoals de oorsprong van de Heilige Geest. Ze bespraken uitvoerig hun doctrine van de Drie-eenheid. De discussies waren grotendeels gebaseerd op de geschriften van Griekse en Latijnse schrijvers met gezag binnen de kerken.

Debatten vonden vaak plaats in de vorm van vraag- en antwoordsessies. Bronnen melden culturele verschillen: terwijl de Latijnen van mening waren dat discussies openbaar moesten zijn, gaf de Keizer de voorkeur aan besloten bijeenkomsten. Ook hadden de technische termen die gebruikt werden niet altijd dezelfde connotatie, en dit was een bron van misverstanden.

Terwijl de Grieken meer vertrouwden op het gezag van oude teksten, gebruikten de Latijnen graag de kracht van argumenten. In de ogen van een Griekse deelnemer:

"De Latijnen hebben op briljante wijze voor hun geloof gepleit, zodat niemand met gevoel voor rechtvaardigheid enige reden heeft om hen iets te verwijten.... Uit de gezamenlijke kerkvaders haalden zij de zes meest vermaarde in waardigheid, wijsheid en de strijd voor het geloof naar voren als getuigen van hun leer (...). Zij betoogden zo precies en duidelijk, de vraag uitdrukkend in exacte woorden en zoals het leraren betaamt (...). Bovendien brachten zij anderen naar voren van de gewone Vaders, die van het Oosten bedoel ik, versierd met een gelijke wijsheid en eer, die zeiden, ook zij, precies hetzelfde als die anderen, hoewel niet zo duidelijk (...)."

Een andere Griekse onderhandelaar, Marcus Eugenicus, bleef onbewogen:

"De woorden van de westerse Vaders en Doctoren (...) erken ik nooit (want ze zijn nooit vertaald in onze taal, noch goedgekeurd door het Oecumenisch Concilie), noch geef ik ze toe, ervan uitgaande dat ze corrupt en geïnterpoleerd zijn."

Een pessimistische mening werd geuit door Isidore van Kiev, nadat hij de argumenten van beide kanten had samengevat: "Ik zeg met spijt dat ze het schisma eerder hebben verdiept en de onenigheid groter en sterker hebben gemaakt."

Na weken van lange onderhandelingen weigerde de Griekse delegatie verder te gaan. De Keizer merkte op: "Wij zullen niet meer deelnemen aan discussies. Discussie zal ons nergens toe leiden. U verdrinkt ons in woorden en claimt dan de overwinning." Hij stelde voor dat tien vertegenwoordigers van elke partij in acht conferenties bijeen zouden komen om te zien of er op die manier enig resultaat bereikt kon worden.

Uiteindelijk stelden de Latijnen een tekst voor die de Grieken aanvaardbaar vonden. De keizer regelde toen dat zes van beide partijen bijeen zouden komen om het decreet van vereniging in beide talen uit te schrijven, klaar voor de handtekeningen, met het loden zegel van de paus en zijn eigen gouden zegel. Het decreet van vereniging werd geschreven en vervolgens ondertekend door beide partijen. Het werd plechtig afgekondigd op maandag 6 juli, een feestdag voor Florence. Na meer dan 400 jaar van scheiding was wat in het decreet was vastgelegd nu het geloof van beide kerken.

Uittreksel uit de "bul van vereniging", 6 juli 1439

"Eugenius, bisschop, dienaar van de dienaren van God, voor een eeuwig verslag. Met de instemming van onze meest dierbare zoon Johannes Palaeologus, illustere keizer van de Romeinen, van de afgevaardigden van onze eerbiedwaardige broeders de patriarchen en van andere vertegenwoordigers van de oosterse kerk, met het volgende.

Laat de hemelen blij zijn en laat de aarde zich verheugen. Want de muur die de westerse en de oosterse kerk van elkaar scheidde, is verwijderd, vrede en harmonie zijn teruggekeerd, aangezien de hoeksteen, Christus, die beide één heeft gemaakt, beide zijden heeft verbonden met een zeer sterke band van liefde en vrede, die hen verenigt en samenhoudt in een verbond van eeuwigdurende eenheid. Na een lange waas van verdriet en een donkere en liefdeloze somberheid van langdurige strijd, heeft de glans van de verhoopte eenheid alles verlicht."

Vervolgens werden ook decreten van vereniging met de Armeense en Koptische kerken goedgekeurd.

De unie tussen de Latijnse en Griekse takken van de kerk werd echter nooit doorgevoerd, en ze blijven tot op de dag van vandaag gescheiden. De unie stuitte thuis op hevige weerstand, en de inname van Constantinopel door de Ottomanen in 1453 nam een van de sterkste achtergrondredenen voor de unie weg.

Citaten uit Joseph Gill: Het concilie van Florence. Cambridge 195